Bij embryotransplantatie bij merries wordt een in vivo ontwikkeld embryo, verkregen door inseminatie of dekking van de natuurlijke moeder, verwijderd en geïmplanteerd in de baarmoeder van een ontvangende merrie, zodat de dracht kan worden voortgezet en een veulen kan worden geboren.
Deze techniek wordt gebruikt om de productie van paarden van hoge kwaliteit te verhogen of om merries die geen veulen kunnen dragen toch nakomelingen te laten krijgen.
De verzamelde embryo's worden momenteel vers overgeplaatst in een synchrone draagmerrie waarover wij beschikken, of overgebracht naar een partner implantatiecentrum.
Het invriezen van embryo's kan worden gebruikt om overtollige verkregen embryo's op te slaan, of om merries in staat te stellen op verschillende tijdstippen veulens ter wereld te brengen. De kwaliteit van ingevroren embryo's kan variëren afhankelijk van vele factoren, zoals timing en invriesomstandigheden, en hoewel de invriestechnologie de laatste jaren aanzienlijk is verbeterd, is het succespercentage van de overdracht van ingevroren embryo's die door conventionele (in vivo) winning zijn verkregen, te laag om deze techniek commercieel te gebruiken.
De overdracht van door ICSI (Intracytoplasmatische Sperma Injectie) verkregen paardenembryo's is vergelijkbaar met de conventionele embryotransfer, waarbij het gevormde embryo in de baarmoeder van de ontvangende merrie wordt geïmplanteerd voor verdere dracht. Deze embryo's zonder kapsel kunnen echter worden ingevroren, waardoor de implantatie bij de ontvanger kan worden uitgesteld.
Reactie toevoegen